NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Metsch, jonker bernard

betekenis & definitie

METSCH (jonker Bernard), Metz,Mets,Metzsch,M etsk, werd met de ridders W. von Schaumburg en W. von Harrys en met jonker Neithard Fox (I kol. 891) in 1498 door Albrecht van Saksen, in gezelschap van de afgevaardigden voor Westergoo, naar Friesland gezonden om het land voor hem in bezit te nemen en genoemd kwartier te beschermen tegen de vreemde knechten. Aan de daarop volgende gevechten heeft ook jonker Bernard deelgenomen, vooral aan die, welke geleverd zijn tegen de bewoners der Zevenwouden om dezen tot onderwerping te brengen.

Zoo maakte hij den tocht daarheen mede, die reeds te Akkrum gestaakt werd (1 Juni 1498), daar de woudlieden den toevoer van geschut en levensmiddelen wisten te onderscheppen en verder het land bij Aelsum onder water zetten.Ongeveer met Pinksteren had een nieuwe tocht plaats, waaraan ook Metsch deelnam. Deze tocht, van Stavoren uit ondernomen, leidde tot meer succes, daar eene groote overwinning behaald werd op de ongeoefende woudlieden die, vertrouwende op hunne overmacht, zelfs de komst hunner leeuwarder bondgenooten niet hadden afgewacht. Gaasterland werd daarop gebrandschat.

Voor jonker Metsch duurde de rust niet lang. 29 Juli reeds ging hij met jonker Slens (Slenitz) en jonker Hans Grumbach (I kol. 983) en hun krijgsvolk uit Sneek naar Aelsum om vandaar de wouden in te trekken. Doch wederom werden de sluizen

opengezet en moesten zij onverrichter zake naar Sneek terugkeeren. Daarna vernemen we langen tijd niets meer van Metsch. Doch zeker is het, dat hij ook den zoons van hertog Albrecht diensten bewezen heeft. Zoo was hij de vertegenwoordiger van hunne partij op de dagvaart, die

te Xanten bepaald werd in plaats van te Deventer, voor welke stad de bisschop van Utrecht reeds vrijgeleide had aangevraagd ten bate van de Groningers (1505). Metsch was in dien tijd ambtman te Harlingen. In 1512 treffen we hem aan als een der regenten en raden van het Hof van Friesland; trouwens ook nog in 1514, dus onder het bestuur van graaf Everwijn van Bentheim. Vermoedelijk is hij kort daarop, met den ondergang van het saksische bestuur, eveneens uit Friesland verdwenen.

Terzelfder tijd of iets vroeger komt de Bernard ongetwijfeld nabestaande Hans Metsch voor, en wel als ondermaarschalk van hertog Ernst van Saksen (1464-65).

Zie: Naamrol der Edele Mogende Heeren Raden 's Hoffs van Friesland (Leeuw. 1742)4; F.A.v. Langenn, Herzog AlbrechtderBeherzte (Leipz. 1838) 558; J.L. Berns, Verslag aangaande een onderzoek naar archivalia uit het tijdperk der Saksische hertogen 315;O.Sperling, Herzog Albrecht der Beherzte v. Sachsen (Leipz. 1892) 9, 12.

Kooperberg

< >