NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Marlot, lodewijk de

betekenis & definitie

MARLOT (Lodewijk de), jongste zoon van den voorgaande, geb. omstr. 1625, overleden vóór 1700, ritmeester in 1668. Hij huwde in 1657 met Ann a Florentina van den Boetzelaar dochter van Philip Jacob, baron van Boetzelaar, heer van Asperen, president van de ridderschap van Holland, lid der Admiraliteit van Amsterdam.

< >