LEEUWENSON, Joannes, onderkoopman, secretaris van Rijkloff van Goens, ‘raad ordinaris van Indië, superintendant, admiraal, krijgs- en veldoverste, soo te water als te lande, dienende tot bescherming van 't eiland Ceylon, de kusten van Coromandel, Mallebaar, Mature etc.’ werd door dezen 13 Febr. 1674 met een soldaat uitCeilon naar Nederland gezonden, om aan de bewindhebbers derO.I.C. belangrijke brieven over te brengen, betrekking hebbende op den oorlog, tegen de Franschen en Engelschen in Indië gevoerd. Hij maakte de reis over Wingurla (Suratte). Gamron, Shiraz, Bender-Rig (Perzië), Bassorah en verder door het Euphraatdal naar Aleppo, dat hij 20 Juli d.a.v. bereikte. Na 47 dagen toevens zette hij de reis over Alexandrette naar Livorno voort, waar hij een maand in quarantaine bleef. Van hier vertrok hij naar Florence, waar hij den groothertog van Toscane ontmoette en verder door Italië, Tyrol en Beieren, via Frankfort naar Mainz, van waar hij den Rijn naar het vaderland afzakte. Den 5en Januari 1675 kwam hij te Amsterdam aan, waar hij aan zijn last voldeed. Ter belooning voor zijn moeilijken tocht, die bijna elf maanden geduurd had en waarvan de 36 dagen, in de arabische woestijn doorgebracht, vooral vol gevaren waren, werd hij in hetzelfde jaar als koopman naar O.I. gezonden. In 1684 was hij als commandeur van 4 schepen in China, waar hij te voren reeds drie jaren had doorgebracht. In 1687 loste hij als opperkoopman Jacob le Sage te Bantam af, waar hij als bevelhebber gehandhaafd bleef, tot hij als schoutbij-nacht van de retourvloot huiswaarts stevende. In 1691 woonde hij te Delft.
Zie: P.A. Leupe, Een overlandreis uit Indië naar Nederland in 1674-75, in: Bijdr. tot de T. en V. van Ned. Indië, 2, X (1863); Nicolaas de Graaf, Reizen na deviergedeelten des werelts (van 1640-1687), (Hoorn, 1701 en 1703 of 1704); Verhand, en berichten betr. hetZeewezen 1856 Afd. 4 no. 2; Berichten Histor. Genootschap V, 2e st. 28-48; P.A. Leupe. Brievenvervoer over land naar Indië doorde O.I.C. in de 17e eeuw, in Nijhoff's Bijdragen, Nieuwe Reeks, VI, 54 vlg.
Mulert