Laer, paulus dominicus van

betekenis & definitie

LAER (Paulus Dominicus van), geb. te Heythuizen 18 Oct. 1805, overl. te Wijk-Maastricht 25 Januari 1883, studeerde Latijn en Grieksch te Weert en de philosophie en theologie te Munster; 19 Dec. 1830 werd hij te Luik priester gewijd en 30 Dec. daarna tot kapellaan te Cortessem benoemd. Deze vicarie verruilde hij 30 Dec. 1832 met die van Hasselt, destijds hoofdstad der provincie Limburg. 17 Oct. 1835 werd hij door den bisschop van Luik benoemd tot directeur der normaalschool voor onderwijzers te Rolduc bij Kerkrade, welk ambt hij waarnam tot 5 Oct. 1849, toen de bisschop van Roermond hem tot pastoor van Maesniel bij Roermond benoemde. 3 Febr. 1853 werd hij pastoor-deken te Wijk-Maastricht, 17 Dec. 1859 eerekamerheer van paus Pius IX en 21 April 1870 kanunnik der kathedraal te Roermond.