NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Kanter, pieter de

betekenis & definitie

KANTER (Pieter de), ged. te Zierikzee 9 Nov. 1756, overl. te Dordrecht 5 Dec. 1820, zoon van Nicolaas de Kanter (ged. te Zierikzee 16 April 1722, uit Pieter enClara Hollaer, begr. ald. 4 Apr. 1763) en Maria van Goten-Hij werd 31 Maart 1774 aan de latijnsche school te Zierikzee naar de academie gepromoveerd, was pensionaris-honorair, president van den Raad te Zierikzee, schepen en raad ald., lid der Nationale Vergadering van de Bat. Republiek. In 1787 werd zijn huis geplunderd en week hij met zijn gezin naar Antwerpen. Na een paar jaren keerde hij eerst terug naar Zierikzee, maar vestigde zich daarna te Dordrecht. Te Zierikzee huwde hij 5 Nov. 1778 Johanna Hoffer, laatste afstammelinge van dit regeeringsgeslacht; zij was geb. te Zierikzee 20 Maart 1759, dochter van DavidenCornelia Oostdijk. Uit dit echtpaar kwam voort de familie Hoffer de Kanter.

Zie: Nav. 1898, 412 v.; 1899, 508 v.

de Waal

< >