NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Herwerden, claudius henricus van

betekenis & definitie

HERWERDEN (Claudius Henricus van), geb. 1 Juli 1802 te Zutfen, overl. 30 Juli 1881 te Bad Eilsen; zoon van Claudius Henricus van H. en Sara Maria Wolterbeek. Hij studeerde te Groningen en promoveerde 13 Dec. 1826 tot Dr. in de theologie op een Disputatio de libro Josuae, sive de diversis ex quibus constat Josuae liber monumentis, deque aetate qua eorum vixerintauctores. In de Annales Academiae Groninganae van 1822/23 (gedrukt in 1825) komt een bekroond antwoord van hem voor op de prijsvraag: Quae fuitSummi Sacerdotis in Hebraeorum republica auctoritas et potestas inde a civitate a Mose constituta usque ad Hierosolyma expugnata.

Hij was pred. te Hontenisse (1826), Deventer (1829) en Groningen (1831-1 Juli 1881). Hij schreef veel in het tijdschrift Waarheidin Liefde; verder Hetaandenken van Hendrik van Zutphen onderzijn landgenooten vernieuwd (Gron. 1840; 2e druk Arnhem 1864); Commentaar op Johannes (uit aesthetisch oogpunt); Jubelrede over het tweede eeuwgetijde van Groningens bevrijding 28 Aug. 1872; Afscheid van de gemeente Groningen, na zijn dood uitgegeven, met voorbericht van zijn zwager, prof. P. Hofstede de Groot (Gron. 1881), en eenige reisbeschrijvingen.

Hij huwde 15 Aug. 1826te Leer(O. Fr.) metScatina Hendrica Wichers. Zijn portret bij van Someren no. II 2415.

Zie: Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Woordenboek342; NavorscherLXI (1912) 519; Lasonder in Gel. en Vrijh. 1881, 530.

Herderscheê

< >