HAVICIUS (Gerardus), geb. te Assendelft omstr. 1620, als stud. phil. te Leiden ingeschreven 20 Oct. 1637, werd Oct. 1646 predikant te Leiden, waar hij 25 Febr. 1651 nogmaals hon. ergo als student is ingeschreven. In 1663 trok hij vandaar als predikant naar Amsterdam, waar hij in Juli 1666 als voorzitter van den kerkeraad het onderzoek leidde tegen den spinozist Adr. Koerbagh (Meinsma, Spinoza en zijn kring ('s Grav. 1896) 288); in 1698 emeritus geworden, overleed hij in 1699. Verwant aan hem was wellicht Johannes Havitius,diete Rotterdam woonde toen hij als opvolger van Abr. Hellenius in Mei 1671 conrector werd te Brielle, in 1682
conrector te Gorinchem en vóór Mrt. 1691 overleed (NavorscherXLVIII (1898) 467-68). Een zoon van Gerardus was Cornelis H., geb. te Amsterdam in 1677, als proponent beroepen te Zuid-Zijpe in 1699, Naarden 1705 en Rotterdam in 1713, waarhij 26 Jan. 1749 emeritus werd en 1 Mei 1750 overleed (Harderwijk, Naaml. Rotterd. pred. (ald. 1850) 68-69).
Zijn portret is gegraveerd door D. Danckerts en door J. Gole.
de Waard
