NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Goor, gerard benjamin van

betekenis & definitie

GOOR (Gerard Benjamin van), stichter van de uitgeversfirma G.B. van Goor zonen te Gouda, 29 Oct. 1816 te Buren in Gelderland geb. en overl. 5 Juni 1871 te Wildungen in Waldeck-Pyrmont. Opgeleid in den boekhandel der firma Joh. Noman & zoon te Zalt-Bommel, vestigde v.G. reeds op 23-jarigen leeftijd een eigen zaak te Gouda, waar hij weldra in het huwelijk trad met een dochter van zijn vroegeren chef, D. van Haren Noman te Zalt-Bommel.

Tal van werken zagen bij van Goor het licht. Zijn fonds, volgens A.C. Kruseman een der grootste ooit door een nederl. uitgever bijeengebracht, getuigt zoowel van een buitengewonen ondernemingsgeest als van een scherpen koopmansblik. Men vindt er in naast zeer fraaie en kostbare uitgaven kleinere, uitsluitend ingericht voor de behoeften van het dagelijksche leven, als zakwoordenboeken, lees-, prenten-, kook- en huishoudboeken. Als de voornaamste zijner uitgaven noemen wij: den Prachtbijbel, met staalgravures van Bartlett (1855); van der Palm's Bijbel voor de jeugd (1855-57; 3 dln.); van Clavel's Geschiedenis der godsdiensten (2 dln.) en van Clavel's Vrijmetselarij, beide geïllustreerd; Emmert's Leerboek der heelkunde, uit het Duitsch door M. Polano (4 dln.); Rietstap's Armorial Général (1861); Terwen's Etymologisch Handwoordenboek der Ned. taal (1844) en Terwen's Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks van schilderachtige naar de natuur geteekende gezichten (1858-62; 3 dln.); Karmarsch en Heeren's TechnologischWoordenboek, Girardin's Scheikunde voor den beschaafden stand en van der Burg's Grondbeginselen der Natuurkunde; de drie laatste boeken destijds, toen de natuurwetenschappen hier te lande nog in hun eerste opkomst waren, zeer gezocht. Verder de veel gebruikte standaardwerken van den bekenden lexicograaf Jac. Kramers Jz., die tal van jaren (1847-68) uitsluitend voor de pers van G.B. van Goor werkte:

Algemeene Kunstwoordentolk (1847); Nouveau Dictionnaire Français- Hollandais et Hollandais-Français (1858-62) en het Geographisch Woordenboekdergeheele aarde (1855; 2 dln.). Eindelijk het Geogr.-Statistisch- Historisch Handboek (1850; 2 dln.), door dienzelfden schrijver bewerkt naar Blanc's Handbuch des Wissenswürdigsten aus der Geschichte der Erde und ihrer Bewohner.

In 1868 trok van Goor zich uit zijn omvangrijke zaken terug, die toen werden voortgezet door zijn beide zoons G.B. Lulius van Goor en J.M. Noothoven van Goor, onderden naam van firma G.B. van Goor zonen.

Na het overlijden van eerstgenoemden zoon in 1883, zette delaatste de zaak onder denzelfden naam voort. In 1906 overleed ook J.M. Noothoven v. Goor en nu werd de firma door de erven in een Naamlooze vennootschap omgezet met den zoon van laatstgenoemde, Isaac Noothoven van Goor, als directeur aan 't hoofd. Het fonds bestaat in zijn nieuwen vorm hoofdzakelijk uit woordenboeken, bij herhaling herdrukt en steeds op de hoogte van den tijd gehouden; uit werken voor handelswetenschappen en de praktijk van 't dagelijksche leven, geïllustreerde leesboeken voor de jeugd enz.

Zie: Bijdr. tot de Gesch. v.d. Ned. boekh. 1,183, en A.C. Kruseman, Bouwstoffen II, 599. Voorts Catalogus der Nationale Tentoonstelling van hetBoek, (Amsterdam 1910).

Zuidema

< >