GOEJE (Pieter de), geb. 4 Juni 1806 te Enkhuizen, zoon van Michiel de Goeje enReinouwtje van der Velden, werd 19 Sept. 1825 student in de theologie en in de letteren te Leiden waar hij zich o.a. op het arabisch toelegde, zooals blijkt uit zijn bekroond antwoord op een prijsvraag der groningsche universiteit, getiteld: Exponentur praecepta Corani de officiis hominum erga Deum, erga semet ipsos et erga alios. Dit antwoord is gedrukt in
de Annales dezer universiteit van 1827-8. Hij werd predikant te Lippenhuizen (1832), daarna te Dronrijp (1836) en vervolgens te Heerenveen (1839), waar hij 8 Jan. 1854 overleed.
Hij was gehuwd (Leiden 9 Maart 1832) met Wilhelmina Bernardina Schilling, uit welk huwelijk 9 kinderen geboren werden: waaronder Reinoudina, die geschreven heeft onder den naam Agatha (overl. 1893); Michael Jan, hiervoor; Elizabeth Wilhelmina, gehuwd met prof. H. Oort, (overl. 1906); Claudius Henricus, directeur der Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, overl. 1901; Maria Anna Suzanna Sara, tot 1910leerares aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes te Rotterdam.
Zie: Boekzaal 1854, I, 112.
Wensinck