NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Doedes, nicolaas dirk

betekenis & definitie

DOEDES (Nicolaas Dirk), geb. te Rotterdam 9 Mei 1850, overl, te Utrecht 29 Juni 1906, zoon van den voorg. en Wilhelmina Kemink, genoot voorbereidend onderwijs te Rotterdam en Utrecht, waar hij ook in Sept. 1868 als theol. student werd ingeschreven. Maar zijn geloofsovertuiging dwong hem deze studie in 1872 op te geven; hij bereidde zich daarna voor tot het afleggen van het examen geschiedenis M.O., dat hij in 1874 met goed gevolg deed.

Hij was daarna als journalist werkzaam, totdat hij 1 Nov. 1880 optrad als leeraar in de geschiedenis aan de R.H.B.S. te Leeuwarden, welk ambt hij tot einde 1900 heeft bekleed. Hij was 17 Mei 1877 gehuwd metW.J.J.M. Clarisse, die 9 Juni 1907 te Utrecht stierf.Doedes was een man van fijn oordeel en uitgebreide belezenheid, van geestelijke zelfstandigheid en grooten wetenschappelijken aanleg; hij miste evenwel volharding; vandaar dan ook,

dat hij niet heeft gegeven, wat zijn rijke aanleg beloofde. Hij heeft zeer veel over de meest uiteenloopende onderwerpen geschreven; afzonderlijk verschenen alleen zijn leerboeken Volken en hoofdpersonen. Schets deralgemeene geschiedenis (Leeuwarden 1887, herdr. 1889, 1893, 1900); De Nederlanders. Een schets onzer vadedandscheenkolonialegeschiedenis (Leeuw. 1890, herdr. 1898, 1901); Kort overzichtderalgemeenegeschiedenis (Gron. 1894, herdr. 1900), die terecht zeer werden gewaardeerd.

Zie:J.C.Costerus in Levensb. Lett 1907, 73 vlg.

Brugmans

< >