NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Dekama, jw van

betekenis & definitie

DEKAMA (Jw van), hoveling te Baard, geb. in 1449 of 1450, overl. 24 Oct. 1523, begr. in de St. Martenskerk te Franeker, zoon van Hette, hoveling te Weidum, schieringer, en van Wick Albada, was potestaat in Friesland (1 Jan. 1494), in 1498 een der schieringsche hovelingen, die Hertog Albrecht van Saksen als beschermheer van Westergoo uitriepen, raadsheer in het hof van Friesland (1500), grietman van Baarderadeel (omstreeks 1510).

< >