CUYNRETORFF (Gheert) (ook Cunertorff), was de oudste zoon van Herman C. en Geertruyt Wenemers en in 1515 priester en vicaris te Kampen, doctor in de geestelijke rechten en in 1524 kanunnik der St. Janskerk en officiaal te Utrecht (overl. 1545). In gezelschap van Peter van Aenholt, prior in Woudsend (Fr.) en Edo Romkes, burgemeester te Sneek, ondernam hij, van Kampen uit, 17 Maart 1520, een reis naar het Heilige Land over Deventer, Keulen, Mainz, Worms, Spiers, Zwaben, Tyrol, Padua en Venetië, verder over zee via de Jonische eilanden Griekenland, Rhodos en Cyprus naar Jaffa, waar zij 16
Aug. aankwamen en vanwaar zij het Heilige Land doorkruisten, om 17 Sept. vandaar langs denzelfden weg terug te keeren. 5 Januari 1521 waren zij weder te Kampen, waar G.C.'s reisbeschrijving in 1551 het licht zag. Hij behoorde tot een kamper patricische familie (die later een handelshuis te Lissabon vestigde) en was blijkbaar een welopgevoed geleerde, die behalve zijn moedertaal Fransch en Latijn sprak; al hechtte hij, evenals zijn tijdgenooten, veel waarde aan sprookjes en wonderverhalen, een practische zin kan hem niet worden ontzegd, zoodatzijn boek menige belangwekkende bijzonderheid bevat.
Zie: Jerusalem's Reyse, soe in verganghen jaren gheschiedt is dorch G.C. enz. Geprent te Campen in de broederstrate bij mij Peter Warnersen wonende in den Witten Valck(12o. 240 blz.; een ex. in de Kon. Bibl.); Nanninga Uitterdijk, Iets over G. C. en zijne reis naar Jeruzalem in 1520 in Bijdragen tot de Geschiedenis van Overijssel II, 93 (Zwolle 1875); dez., Een Kamperhandelshuis te Lissabon 1572-1594, (Zwolle 1904). C.J. Gonnet, De bedevaarten in den ouden tijd in Bijdr. Gesch. Bisdom Haarlem Xl (1884).
Mulert