BRUCE (Stewart Jean), geb. 21 Juni 1767 te Breda, overl. te Deventer 14 Febr. 1847, was een zoon van den generaal-majoor George B. en Elizabeth Snellen. Hij trad in 1777 als cadet in dienst en klom vervolgens op tot den rang van kolonel; in dien rang woonde hij als commandant van de tweede brigade van de divisie Dumonceau, opgesteld bij Koedijk, in 1799 den veldtocht in Noord-Holland tegen de Engelschen en Russen bij en onderscheidde zich zoodanig in den slag bij Bergen (19 Sept.) en door het nemen van Dirkshorn (9 Oct.), dat hij tot generaal-majoor werd bevorderd.
Op 25 Febr. 1805 tot luitenant-generaal aangesteld werd hij in 1809 door koning Lodewijk tot bevelhebber van Walcheren behalve Vlissingen, benoemd. Tijdens de landing der Engelschen in Zeeland (30 Juli) bezette hij met een deel der hollandsche troepen het fort de Haak, gelegen op ruim 1 K.M. van de landingsplaats. Bij het naderen der landingstroepen liet B. eenige kanonschoten afgeven, doch daarna het geschut vemielen en de munitie naar Veere brengen, waarheen ook hij met de troepen trok. Dienzelfden dag verliet hij Veere en trok naar fort Bath, op Zuid-Beveland. Op 2 Aug., den dag waarop hij in het fort aankwam, riep hij een krijgsraad bijeen, verklaarde tot aller verbazing het werk voor onverdedigbaar en gelastte het fort te ontruimen, hoewel hij uitdrukkelijk orders had het eiland tot het uiterste te verdedigen. Koning Lodewijk, woedend over deze handeling, die sterk aan verraad deed denken, ontzette B., zonder onderzoek, van alle door hem bekleede ambten en royeerde hem van de lijst der ridders. Bij sententie van het Hooge Nationaal Gerechtshof van 9 Juni 1810 werd B. veroordeeld tot cassatie wegens plichtverzuim en ongehoorzaamheid. Koning Lodewijk had zich niet kunnen vereenigen met het vonnis van de Hooge Militaire Vierschaar van 18 Dec. 1809, waarbij B. alleen tot detentie was veroordeeld. Koning Willem I heeft
bij besluit van 25 Juli 1814 het vonnis van het gerechtshof herroepen, op grond van incompetentie. B. huwde te Deventer 22 Febr. 1801 Christina Schimmelpenninck, een zuster van den raadpensionaris.
Zie: Vadert. Hist ter verv. op Wage naar XLI, 228; XLIII 21-26; XLV 195, 243; XLVI 334, 335; Louis Napoléon, Documens Historiques III, 112-114; Krayenhoff, Bijdr. totde Vadert. Gesch. 53-64 en Geschiedk. Beschouw, van denoortog enz. 119, 126; Bosscha, Neert. Heldend. te Land III, 130, 132, 137, 146, 156, 195, 198, 200, 205; Koolemans Beijnenin Militaire Spectator 1891-95 en Handel. Letterkunde 1897.
Eysten