BRANS (Johannes Henricus), geb. te Dordrecht in 1731, was mr. in de Pharmacie, regent van het Huiszittenhuis te Leiden en ouderling bij de ned.-herv. Gemeente aldaar, uit welk ambt hij door de omwenteling van 1795 werd ontzet.
Hij schreef: Kerkel. Register der Predikanten, welke in de XI Classen van de Synodus van Z Holl. van den jaare 1702 tot het einde van 1801 en dus in eene volle Eeuwezjn beroepen, verroepen, of overleden, kunnende dienen tot volmaaking van
hetKerkel. Register van Soermans (Rotterdam, Leyden en Sneek 1802).
Blijkens het voorbericht van dit werk had de man daarvoor 55 a 56 jaar aanteekening gehouden. De moeite er aan besteed is echter niet evenredig aan de belangrijkheid er van: het boek is vrijwel het minste onder de naamlijsten, die in den loop der tijden over de verschillende provinciën van ons land zijn verschenen.
Blijkens een werkje: Bespiegeling, over den Ramp, en Verwoesting van Leyden, leefde Brans nog in 1807. Twee andere geschriften vermeldt de na te noemen Catalogus.
Zie: Voorbericht van genoemd Kk. RegJ.C. Overvoorde, Catal. Bibl. Gem. Leiden, nos. 1060, 1779 en 7110.
Regt