NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Blanken, jan van lakerveld

betekenis & definitie

BLANKEN (Jan van Lakerveld), geb. te Muiden 31 Juli 1793, overl. te Gouda 12 Mrt. 1885, was de zoon van A. Blanken Jz. en Margaretha van Lakerveld (kol. 356).

Hij werd in 1809, na afgelegd examen, landmeter bij den waterstaat, en werd onder de orders van zijn vader gesteld. Hij deed als zoodanig o.a. opmetingen en peilingen voor een ontwerp tot droogmaking van het Haarlemmermeer. Bij keizerlijk decreet van Nov. 1811 werd hij benoemd tot élève des ponts et chaussées en in 1813 tot extraordinair ingenieur. Hij werd tegelijk arrondissements-ingenieur in Zuid-Holland benoorden de Maas en Lek, ter standplaats Gouda, en werd bij de 7e organisatie van den waterstaat met ingang van 1 Jan. 1817 ingenieur der 1e klasse. Met 1 Mei 1824 werd zijn dienstkring belangrijk verminderd, daar er ook een arrondissements-

ingenieur te 's Gravenhage geplaatst werd. Hij bleef te Gouda woonachtig. Reeds met ingang van 1 Apr. 1834 verkreeg hij eervol ontslag. Hij was tot op hoogen ouderdom een hartstochtelijk jager.

Bij koninklijk besluit van 15 Mrt. 1844 werd hem pensioen verleend. Ook na zijn ontslag bleef hij te Gouda woonachtig. Hij is nog jarenlang (van Sept. 1837 tot Mei 1872) hoogheemraad van Schieland en lid van den raad der gemeente Gouda geweest.

Hij huwde30Juni 1813C.M. Hondorff Block, die7Sept. 1843overleed. Hij had bij haar 6 kinderen, waarvan eene dochter mr. van Hoey Schilthouwer, een andere W.C. Wernink huwde. Een zoon, luitenant der artillerie, overleed Nov. 1845 op jeugdigen leeftijd.

Ramaer

< >