* 20. 2. 1876 te Charkof (Rusland), leerling van Balakiref en Rimsky-Korssakof. Was directeur van de muziekschool te Tiflis, daarna leeraar aan de keizerlijke muziekschool te Charkof en is thans professor aan het Conservatorium te Petrograd.
A.’s werken kenmerken zich door droomerigheid en poëzie, waarin de invloed van Scriabine soms merkbaar is. Van zijn composities noemen wij Urania-Suite, Récits d’une âme rêveuse en Pages de poésie fantasque. Zijn opera Die Schneekönigin is evenals een ballet nog niet in druk uitgegeven.