voeden - regelmatig werkwoord
uitspraak: voe-den
1. voedsel geven
♢ is de baby al gevoed?
1. dat voedt goed
[je wordt er gauw vol van]
Regelmatig werkwoord: voe-den
ik voed
jij/u voedt
hij/zij voedt
wij/zij/jullie voeden
ik/jij/u/hij/zij voedde
wij/zij/jullie voedden
hij heeft gevoed
de/het/een gevoede ....
Synoniemen
voederen, voeren
Gepubliceerd op 14-11-2017
voeden
betekenis & definitie