verslepen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-sle-pen
1. door slepen naar een andere plaats brengen
♢ het wrak werd naar Rotterdam versleept
Regelmatig werkwoord: ver-sle-pen
ik versleep
jij/u versleept
hij/zij versleept
wij/zij/jullie verslepen
ik/jij/u/hij/zij versleepte
wij/zij/jullie versleepten
hij heeft of is versleept
de/het/een versleepte ....
verslepend, verslepende
Gepubliceerd op 14-11-2017
verslepen
betekenis & definitie