tempo - zelfstandig naamwoord
uitspraak: tem-po
1. snelheid waarmee je iets doet of waarmee iets gebeurt
♢ in hoog tempo maakte hij alle vragen
1. tempo maken
[steeds sneller gaan]
2. tempo!
[snel! opschieten!]
Zelfstandig naamwoord: tem-po
het tempo
de tempo's
Synoniemen
snelheid
Gepubliceerd op 14-11-2017
tempo
betekenis & definitie