Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

spaak

betekenis & definitie

spaak - zelfstandig naamwoord

1. verbinding tussen as en velg van een wiel
er zijn een paar spaken van de fiets stuk
1. een spaak in het wiel steken
[het belemmeren]

Algemene uitdrukkingen:
1. het is spaak gelopen
[mislukt]
Zelfstandig naamwoord: spaak
de spaak
de spaken
het spaakje

< >