puur - bijvoeglijk naamwoord
1. geen namaak
♢ dit is puur vruchtensap
2. enkel en alleen
♢ het is puur aanstellerij van hem
3. zonder toevoegingen
♢ deze donkere chocola is puur
Bijvoeglijk naamwoord: puur
... is puurder dan ...
het puurst
de/het pure ...
iets puurs
Synoniemen
authentiek, echt, louter, zuiver
Tegenstellingen
vals
Gepubliceerd op 14-11-2017
puur
betekenis & definitie