klagen - regelmatig werkwoord
uitspraak: kla-gen
1. zeggen dat het niet goed is
♢ ze klaagt al dagen over buikpijn
1. hij heeft niets te klagen
[hij heeft geen reden om ontevreden te zijn]
Regelmatig werkwoord: kla-gen
ik klaag
jij/u klaagt
hij/zij klaagt
wij/zij/jullie klagen
ik/jij/u/hij/zij klaagde
wij/zij/jullie klaagden
hij heeft geklaagd
klagend, klagende
Gepubliceerd op 14-11-2017
klagen
betekenis & definitie