inspannen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-span-nen
1. je kracht gebruiken
♢ hij heeft zich ingespannen om die kast te versjouwen
1. jij mag je niet inspannen
[je niet te druk maken]
2. er je best voor doen
♢ zij spant zich enorm in voor de vereniging
3. voor de wagen vastmaken
♢ het paard werd ingespannen
Regelmatig werkwoord: in-span-nen
ik span in (... ik inspan)
jij/u spant in (... jij inspant)
hij/zij spant in (... hij inspant)
wij/zij/jullie spannen in (... wij inspannen)
ik/jij/u/hij/zij spande in (... ik inspande)
wij/zij/jullie spanden in (... wij inspanden)
hij heeft ingespannen
inspannend, inspannende
Synoniemen
inzetten
Tegenstellingen
ontspannen, relaxen
Gepubliceerd op 14-11-2017
inspannen
betekenis & definitie