industrieel - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: in-dus-tri-eel
1. wat te maken heeft met de industrie
♢ hij woont in een industriële omgeving
1. industriële vormgeving
[van producten die door de industrie gemaakt worden]
2. industrieel eigendom
[het recht op bepaalde merken en octrooien]
3. de industriële revolutie
[de omwenteling die ontstond door de stoommachines]
Bijvoeglijk naamwoord: in-dus-tri-eel
de/het industri\'eble ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
industrieel
betekenis & definitie