huwelijks - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: hu'we-lijks
1. wat met het huwelijk te maken heeft
♢ deze organisatie houdt zich bezig met huwelijkse zaken
1. de huwelijkse plichten
[het met elkaar naar bed gaan]
2. huwelijkse voorwaarden
[overeenkomst die het vermogen van de echtelieden regelt]
3. de huwelijkse staat
[het huwelijk]
Bijvoeglijk naamwoord: hu'we-lijks
de/het huwelijkse ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
huwelijks
betekenis & definitie