dichtgaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: dicht-gaan
1. gesloten worden
♢ de winkel wordt op zes uur dichtgedaan
Onregelmatig werkwoord: dicht-gaan
ik ga dicht (... ik dichtga)
jij/u gaat dicht (... jij dichtgaat)
hij/zij gaat dicht (... hij dichtgaat)
wij/zij/jullie gaan dicht (... wij dichtgaan)
ik/jij/u/hij/zij ging dicht (... ik dichtging)
wij/zij/jullie gingen dicht (... wij dichtgingen)
hij zijn dichtgegaan
Tegenstellingen
opengaan
Gepubliceerd op 14-11-2017
dichtgaan
betekenis & definitie