ambachtelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: am-bach-te-lijk
1. wat met een ambacht te maken heeft
♢ slager is een ambachtelijk vak
1. ambachtelijk brood
[door de echte bakker gebakken, niet door de fabriek]
Bijvoeglijk naamwoord: am-bach-te-lijk
... is ambachtelijker dan ...
het ambachtelijkst
de/het ambachtelijke ...
iets ambachtelijks
Gepubliceerd op 14-11-2017
ambachtelijk
betekenis & definitie