afmelden

betekenis & definitie

afmelden - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-mel-den

1. zeggen dat je er niet aan meedoet
♢ ik meldde me af voor het schoolreisje
2. de verbinding met een andere computer afsluiten
♢ als u klaar bent met internetbankieren, moet u zich afmelden

Regelmatig werkwoord: af-mel-den
ik meld af (... ik afmeld)
jij/u meldt af (... jij afmeldt)
hij/zij meldt af (... hij afmeldt)
wij/zij/jullie melden af (... wij afmelden)
ik/jij/u/hij/zij meldde af (... ik afmeldde)
wij/zij/jullie meldden af (... wij afmeldden)
hij heeft afgemeld
de/het/een afgemelde ....

Synoniemen
uitloggen

Tegenstellingen
aanmelden, opgeven