Verdedigingswerken. Aan de zuidzijde van de wallen ligt nog een restant van de rond 1567 geslechte middeleeuwse verdedigingswerken, in de vorm van een halfcirkelvormige gracht (Nieuwpoortseweg).
Als onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie kreeg het rechthoekig opgezette Nieuwpoort in 1673-'98 een vesting met zes bastions en in de gracht een stenen beer met twee monniken (oostzijde) en bij de haven een inundatiesluis met overkluizing, waarop het stadhuis werd gebouwd. Nu verdwenen zijn een ‘kat’ voor de opstelling van geschut en de poort aan de zuidzijde.
Bij wijzigingen in de 18de eeuw werd langs de beer een uitgang met brug (later dijk) gemaakt en verlegde men de waterkering naar de buitendijkse vestingwal. In 1787 verviel de functie van de vesting, wat leidde tot de formele opheffing in 1816 en de overdracht aan de gemeente in 1826.
Latere wijzigingen zijn een coupure met dubbele schotbalkkering aan de zuidkant (1862), een waterkerende duikersluis aan de noordzijde (Lekdijk/Haven) en verschillende ophogingen van de wal (1876, 1884, 1901). Nagenoeg alle bastions en courtines zijn intact, evenals een groot gedeelte van de hoofdgracht.
De vesting is gerestaureerd in 1974-'83; de noordelijke coupure dateert uit 1996.