De Herv. kerk (Willem III-straat 40) bestaat uit een recht gesloten schip en een toren van twee vierkante en twee achtzijdige geledingen, voorzien van haakse steunberen en een ingesnoerde spits. Schip en toren zijn overblijfselen van de in 1574 verwoeste cisterziënserinnenabdij; het koor verdween waarschijnlijk pas in 1791.
De drie oostelijke traveeën van het behouden vroeg-gotische schip kwamen tot stand in het tweede kwart van de 13de eeuw. Rond 1300 werden twee traveeën toegevoegd en verrees de toren.
De pinakelachtige bekroningen bij de steunberen van de toren zijn een toevoeging van een restauratie in 1941-'42 (H.H. van Zeggeren). Bij een ingrijpende restauratie in 1970-'75 is een neogotisch transept (1908) gesloopt en zijn de loopgangen bij de oudste schipvensters gereconstrueerd.
Ook is toen de consistorie naast de toren herbouwd en heeft men achter de kerk een nieuw bijgebouw opgetrokken.Het interieur wordt gedekt door een balkenzoldering op korbeelstellen. Tot de inventaris behoren een rijk uitgevoerde preekstoel (1629), afkomstig uit de Herv. kerk te Wijdenes, en verder een doophek met doopboog en lezenaar (1737) en een orgelkast van Joachim Reichner (1781) met een door C.F. Witte vernieuwd orgel (1856).