Hoogduin (Domburgseweg 51). In 1776 voegde Paulus Ewaldus van de Perre de 18de-eeuwse buitenplaatsen Hoogduin en Duinvliet samen.
Het oude huis Hoogduin werd afgebroken en de twee met elkaar verbonden parken kregen een bescheiden landschappelijke aanleg met enkele slingerpaden en landschapselementen. In 1786 werden de buitenplaatsen Landlust en Loverendale toegevoegd, die beide in handen waren van de op kasteel Westhove woonachtige Johan Adriaan van de Perre.
Het huis Duinvliet werd in 1815 afgebroken. Het geheel kreeg de naam Hoogduin en vormde tussen 1846 en 1887 de overtuin van de nieuwe buitenplaats Duinvliet (1839) aan de overzijde van de weg.
Rond 1900 zijn enkele kavels afgescheiden. De 18de-eeuwse scheidingssloten van de voormalige buitenplaatsen zijn nog steeds te herkennen.
Ten behoeve van de bouw van het verzorgingshuis ‘Ter Mantelinge’ (Domburgseweg 49) is rond 1955 het grachtenstelsel van het oude Hoogduin vergraven. Op het achtergelegen terrein bevindt zich nog slechts de boswachterwoning van het oude Duinvliet, in oorsprong stammend uit 1712.