Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Heerlen

betekenis & definitie

Woonhuizen. Een van de oudste panden van Heerlen is het van oorsprong 17de-eeuws herenhuis Wilhelminaplein 24, dat tussen 1801 en 1828 in opdracht van apotheker A.

Schulze het huidige aanzicht met mezzanino kreeg. De wit gesausde bakstenen gevels hebben gedeelten in vakwerk en Kunradersteen en zijn voorzien van hardstenen segmentboogvensters.

De ingangsomlijsting bevat een sluitsteen met daarop een vijzel. Ook Gasthuisstraat 2 heeft een 17de-eeuwse oorsprong.

Dit eind 18de eeuw tot woonhuis verbouwde pand werd rond 1875 met een lage etage verhoogd. Het wit gesausde bakstenen pand heeft hardstenen segmentboogvensters en een ingangspartij met geblokte omlijsting.

Het is het woonhuis geweest van mgr. P.J.

Savelberg, stichter van de orde van de Kleine Zusters van St. Joseph.

Tot de inventaris behoren onder meer de inrichting in Biedermeierstijl (circa 1870) van de woon-slaapkamer van Savelberg.Rond 1900 in neorenaissance-stijl gebouwde huizen met trapgevels en speklagen zijn de atelierwoning Valkenburgerweg 22 van J. Seelen en Pancratiusstraat 41 (1901). De van 1898 daterende panden Geleenstraat 57 en 59 hebben neorenaissance-details en ook de villa Akerstraat 90 uit 1904 vertoont neorenaisance-elementen. Sittarderweg 50 (circa 1900) bezit een gepleisterde gevel met neogotische detaillering en Akerstraat 67 (1916) is uitgevoerd met eclectische details. Jugendstil-invloeden tonen de panden Valkenburgerweg 83-91 en Akerstraat 63 uit circa 1910. De villa Beukenhorst (Coriovallumstraat 46-50) is rond 1905 gebouwd in chaletstijl voor één van de zonen Honigmann met bijbehorende dienstwoningen in dezelfde stijl. Opvallend zijn de huizen Smedestraat 3-13 (circa 1915) met op chaletstijl geïnspireerde topgevelpartijen.

In Heerlen staan vrij veel landhuizen in Nieuw-Historiserende stijl, bijvoorbeeld de wit gepleisterde villa Haex (Akerstraat 126), gebouwd in 1913 naar ontwerp van J. Stuyt voor de juridisch directeur van de Oranje-Nassaumijnen, en de in hetzelfde jaar gebouwde villa Zomerweelde (Valkenburgerweg 167) naar ontwerp van J.W. Hanrath voor W.W. Hooreman, commercieel directeur van de Oranje-Nassaumijnen. Eveneens in 1913 gebouwd is villa Eikhold (Valkenburgerweg 72) met het bijbehorende koetshuis met dienstwoning (Valkenburgerweg 70), uitgevoerd naar plannen van P. Warners voor J. Koster.

Verder de in 1914-'18 naar ontwerp van Th. van Kan voor schilder-glazenier F. Leufkens van Anstel gebouwde atelierwoning Schoolstraat 1, voorzien van ionische pilasters en opvallende zandstenen reliëfs. Dokter-apotheker Duysens liet in 1919 de villa Duysens (Honigmannstraat 59) bouwen als woonhuis met praktijkruimte naar plannen van J. Stuyt. Eveneens Nieuw-Historiserend van vormgeving is de dubbele villa Akerstraat 110-112 uit 1918 naar ontwerp van J.H. Wijsbek.

In 1933 werd een praktijkruimte (Vlotstraat 2a) toegevoegd naar plannen van H. Teeken. In 1921 kwam de hoofdingenieurswoning Sittarderweg 79b tot stand, ontworpen door het Bouwbureau der Staatsmijnen, en in 1925 naar plannen van J.W. Rijns voor M.W.A. Widdershoven de villa Coriovallum (Kruisstraat 2-6) met torenvormige hoekerker en uitgebouwd ingangsportaal. Vergelijkbaar van stijl en met rijke reliëfs uitgevoerd is het in 1922 als woonhuis annex beeldhouwatelier gebouwde pand Pijnsweg 32.

Het villapark Caumerbeek bevat verschillende interessante huizen in traditionalistische vormen, zoals Caumerbeeklaan 64, gebouwd in 1918 en de villa Caumerbeeklaan 80 met een veranda voorzien van dorische zuilen. Deze villa kwam in 1919 tot stand voor notaris Wijnands. Het is het eerste gerealiseerde ontwerp van architect F.P.J. Peutz. Verder verrezen er rond 1918 voor beambten van de Oranje-Nassaumijnen naar plannen van J. Stuyt verschillende villa's in chaletstijl, zoals St.-Franciscusweg 47-49 en 67, Caumerdalschestraat 6-12 (1924), Caumerbeeklaan 50-52 en 54-58.

Hij ontwierp ook verschillende huizen in traditionalistische vormen, te weten Caumerbeeklaan 66-68 (1916) voor de bureau-chefs van de Oranje-Nassaumijnen, Caumerdalschestraat 22 (1917), villa Zoetmulder (Caumerbeeklaan 70; 1918) voor ir. Zoetmulder, inspecteur van de Volksgezondheid, Caumerbeeklaan 57-59 (1920) en het woningcomplex Molenberglaan 112-122 (1918). Villa Maria (Caumerbeeklaan 60) werd in 1921 gebouwd naar plannen van J.H. Rijken van Olst. Een ander opvallend pand is villa Francesca (St.-Franciscusweg 69), een klein landhuis met expressionistische elementen en rieten kap, gebouwd in 1921 voor H.M. Noordhoorn Boelen naar ontwerp van A.

Boeken. Expressionistische elementen vertonen ook de rond 1927 naar plannen van J.M. Hardeveld gebouwde etagewoningen Deken Nicolayestraat 1-3, Tempsplein 18-22 en Ds. Jongeneelstraat 4.

In opdracht van woningbouwvereniging ‘De Samenwerking’ kwam tussen 1912 en 1927 de woninggroep Eikenderveld (Keizerstraat, Hertogstraat, Jonkerstraat e.o.) tot stand, hoofdzakelijk voor spoorwegpersoneel. De in 1912 gerealiseerde woningen aan de Laanderstraat, ontworpen door J. Wijsbek, hebben een gepleisterde verdieping en een sierornament boven de deur. De woningen aan de Koningstraat en de Prinsenstraat, respectievelijk gebouwd in 1920 en 1921, zijn ontworpen door J. van Tiene. De woningen in de Leenheerstraat uit 1927 bestaan uit rijtjeswoningen afgewisseld door diepe panden met gepleisterde gevelomlijsting.

Voorbeelden van traditionalistische woonhuizen uit de jaren dertig zijn Laan van Hövell tot Westerflier 19-21 (1932) naar plannen van J. Wielders en het door F.P.J. Peutz ontworpen hoekpand met garage Deken Nicolayestraat 26 (1931) met opvallende inspringende hoekpartij; dit element komt terug bij het ook door hem ontworpen hoekpand Oliemolenstraat 1 (1936-'37). Voor eigen gebruik ontwierp Peutz in 1931 de gepleisterde functionalistische atelierwoning Op de Linde (Oude Lindestraat 1) met twee in elkaar geschoven blokvormige volumes van verschillende hoogte en een trappenhuis met een verticale vensterpartij over drie bouwlagen. Dit in 1991 gerestaureerde pand heeft bij de rechter zijgevel een pilastervormig element bekroond door een gevelsteen met een voorstelling van de ‘Bokkenrijder’ van Ch. Vos.

Door Peutz ontworpen met functionalistische elementen zijn verder het huis Hochstenbach (Dautzenbergstraat 46) uit 1933, thans in gebruik als kantoor, en het dubbele woonhuis De Wever en Dijkhoff (Groene Boord 15-17) uit 1950. Opvallend is de horizontale geleding geaccentueerd door de hoekbalkons en platte daken met overstek. Het in 1962-'64 naar plannen van G.Th. Rietveld gebouwde functionalistische woonhuis Van Slobbe (Zandweg 122) heeft een betonskelet, stalen puien en een bekleding met witte geglazuurde baksteen.

< >