Dorp, ontstaan op een stuwwal van het Oost-Nederlands Plateau nabij de Berkel, aan de hessenweg van Deventer naar Vreden. In 1246 werd het een zelfstandige parochie.
Mogelijk verleenden de heren van Mallum in die tijd stadsrechten.In de late middeleeuwen werd Eibergen onderdeel van de heerlijkheid Borculo. Langs de Grotestraat en Hagen kwam in de 19de eeuw een lintbebouwing tot ontwikkeling. Vanaf 1884 ligt het dorp aan de spoorlijn van Winterswijk naar Neede. Na de Tweede Wereldoorlog is Eibergen vooral aan de zuid- en oostzijde aanzienlijk uitgebreid.