Gepubliceerd op 02-01-2020

Laarwoud in Zuidlaren

betekenis & definitie

Laarwoud (Laarweg 6). Dit in een parkbos gesitueerde, omgrachte landhuis was oorspronkelijk eigendom van de familie Van Selbach en werd in 1750 gekocht door Alexander Carel van Heiden.

Op zijn verzoek werd het recht van havezate van het huis Vledderinge verlegd naar Laarwoud. Door vererving kwam Laarwoud aan de familie De Milly van Heiden Reinestein, die het tot 1905 bewoonde, waarna de gemeente het in 1915 met bijbehorende tuinen en bos aankocht als ambtswoning voor de burgemeester.

Na de restauratie in 1952-'59 is Laarwoud als raadhuis in gebruik genomen.Het landhuis is samengesteld uit een tweelaags middenblok, gebouwd in 1688, en twee kort na 1750 aangebrachte, lagere, risalerende zijvleugels. De rechtervleugel is begin 19de eeuw uitgebreid en aan de linkervleugel heeft men in 1959 een gedeelte toegevoegd. Het huis bezit een kleine kelder met opkamer tussen de kamers aan de achterzijde van het middenblok. In de huidige burgemeesterskamer is bij de restauratie een beschilderde zoldering herplaatst, die eerder naar het Drents museum in Assen was overgebracht. De beschildering, met een allegorische voorstelling gebaseerd op psalm 85:11-13, dateert wellicht uit 1698. De raadzaal en de trouwzaal bevatten van elders afkomstige 18de-eeuwse schouwen.

Op het voorplein staat een laat-17de- of vroeg-18de-eeuws bouwhuis met zadeldak tussen topgevels, voorzien van roedenvensters met halve luiken. In 1989 is het verbonden met een nieuw kantoorgebouw. Bij een zij-ingang van het omringende park staan twee gemetselde hekpijlers bekroond door schilddragende leeuwen.

< >