Koloniewoningen. De koloniewoningen werden tussen 1818 en 1824 gebouwd in vier verschillende types, elk met een woongedeelte en een stalgedeelte.
De onderlinge verschillen zitten vooral in de indeling van de woningen en de breedte van het woongedeelte. Bij de oudste types is het stalgedeelte aan één zijde breder dan het woongedeelte en is de stal opgetrokken in hout op een bakstenen voet.
Het vierde type is geheel in baksteen uitgevoerd. De woningen werden al vrij snel verbouwd omdat ze niet voldeden aan de eisen van de toenmalige gezondheidszorg.
Momenteel zijn de verschillende types moeilijk van elkaar te onderscheiden, al is een aantal koloniewoningen als zodanig herkenbaar bewaard gebleven. Bovendien is met name aan de Kon.
Wilhelminalaan de karakteristieke perceelgrootte en de afstand tussen de woningen nog goed herkenbaar. Goede voorbeelden van koloniewoningen zijn Maj.
Van Swietenlaan 5, 7, 9 en 35, M.E. van de Meulenweg 5, Van Limburg Stirumweg 2 (alle in Frederiksoord), M.A. van Naamen van Eemneslaan 6 en 10 (Wilhelminaoord) en Kon. Wilhelminalaan 49, 54, 56, 57, 58, 60, 62, 65, 67, 71, 73, 77, 85 en 88 (Frederiksoord en Wilhelminaoord).