Gepubliceerd op 01-12-2020

zonnecel

betekenis & definitie

(foto-voltaïsche cel), halfgeleider die de eigenschap heeft licht dat erop valt om te zetten in elektriciteit, zoals o.m. gebeurt in belichtingsmeters van fotocamera’s. De meeste zonnecellen zijn gemaakt uit silicium.

Een ander materiaal voor zonnecellen is cadmiumsulfide. Bij silicium is het optimale gebied waarbij elektriciteit uit licht gemaakt kan worden, niet in overeenstemming met het spectrum van het zonlicht. Slechts 40 % kan benut worden, de rest wordt in warmte omgezet waardoor de werking slechter wordt en het rendement dus afneemt. Het foto-voltaïsche effect is het grootst bij lage temperaturen. Het theoretisch rendement ligt bij ongeveer 25 %. Voor de praktijk verwacht men dat men hooguit 15 % zal halen.

Onder de omstandigheden in de Benelux is voor de produktie van 1 MWe een celoppervlak vereist van 50000 m2. Voor een elektriciteitscentrale met een vermogen van een conventionele centrale is dan een oppervlak vereist van enkele km2.De fabricage van zonnecellen is een kostbare aangelegenheid; pas wanneer de fabricagekosten drastisch verlaagd kunnen worden, is een wijdverbreid gebruik van zonnecellen te verwachten, vooral in de zonniger gebieden. Zonnecellen worden nu nog alleen gebruikt voor de elektriciteitsvoorziening op zeer afgelegen plaatsen, zoals bakens op zee, praatpalen langs de weg, ruimtevaartuigen.

< >