zout van waterstofcyanide (blauwzuur). Cyanidehoudende verbindingen worden veel toegepast, o.a. bij de gouden zilverwinning, de fotografie en de galvanotechniek, alsmede als bestrijdingsmiddel.
Waterstofcyanide is een zeer vluchtig, giftig en zwak zuur dat ruikt naar bittere amandelen. Zij komt als glycoside voor in zaden van talrijke Prunus-soorten, b.v. abrikoos, kers, perzik en amandel. Vergiftigingsgevallen zijn meestal veroorzaakt door kaliumcyanide en andere cyanides, die in een zuur milieu waterstofcyanide vormen. De toxische werking berust op de remming van de celademhaling door blokkering van het hierbij betrokken enzym cytochroomoxidase. Waterstofcyanide wordt snel opgenomen in het lichaam en passeert de bloed-hersenbarrière. Dit verklaart waarom als eerste het bewustzijn en de ademhaling worden verstoord.
Bij de behandeling van een blauwzuurvergiftiging dient men eerst nitriet of methyleenblauw toe. Hierdoor wordt een deel van het bij het zuurstoftransport betrokken hemoglobine omgezet in ferrihemoglobine. Het ferrihemoglobine is in staat het cyanide aan het cytochroomoxidase in de hersenen te onttrekken. Daarna vindt verdere ontgifting (van het ferrihemoglobine) plaats via de vorming van thiocyanaat. Daartoe dient men de patiënt natriumthiosulfaat toe.