(v.), afk. OM; ontsteking van het middenoor,
chronische ~, chronische ontsteking van het slijmvlies van het middenoor en mastoïd, die zich uit door otorrhoea via een centraal trommelvliesdefect. Er bestaat een vorm met en een zonder cholesteatoom. De aandoening kan een gevolg zijn van een niet genezen OMA of van een geïsoleerde aandoening, waarbij otorrhoea ontstaat door een infectie van buitenaf via een reeds aanwezig trommelvliesdefect;
~ acuta, afk. OMA; acute ontsteking van het middenoor die zelfstandig voorkomt of tijdens een bovenste-luchtweginfectie of kinderziekte;
~ met effusie, syn. Otitis Media Serosa (OMS); middenoorontsteking waarbij er sprake is van vochtophoping in het middenoor met als gevolg een geleidingsverlies van maximaal 40 dB',
~ serosa, → otitis media met effusie