Sybren Polet, pseudoniem van Sybe Minnema (1924-2015, Constantijn Huygensprijs 2003) wordt meestal tot de Vijftigers gerekend maar omdat hij te eigenzinnig was om bij een groep te willen horen heeft hij daar zelf afstand van genomen.
Zijn werk is veel cerebraler dan dat van de experimentelen, wat bijvoorbeeld blijkt uit het gebruik van technische en wetenschappelijke termen in zijn gedichten. Van 1952 tot 1965 was hij redacteur van het spraakmakende tijdschrift Podium. De bundels Organon (1958), Geboorte-Stad (1958) en Konkrete poëzie (1962) werden het bekendst.
Sinds 1961 schreef hij ook experimentele toneelstukken en romans, zoals de grote Lokiencyclus met o.a. Breekwater (1961) en Mannekino (1968). Allerlei stijlen en genres vermengt hij om de bewustzijnsstromen vorm te geven. In 1975 verscheen Illusie & illuminatie, een dichtbundel waarin hij een collagetechniek toepast.
Een groot lezerspubliek heeft hij nooit gehad en de critici waren meestal niet erg positief. Jan Elburg noemde zijn werk “humorloze plaatjesplakkerij” en Gerrit Komrij typeerde het als “bijeengestolen collecties leestekens en zwakzinnige kreten”.