Een principe dat inhoudt dat wat op een lager niveau kan worden geregeld, niet door hogere organen moet worden overgenomen.
Tussen de twee wereldoorlogen was het subsidiariteitsbeginsel populair in rooms-katholieke kring. Het paste toen in het streven van de katholieken de mondigheid van de burgers te vergroten door ze meer verantwoordelijkheid te laten dragen. Na de Tweede Wereldoorlog speelde het subsidiariteitsbeginsel een rol in de groeiende Europese samenwerking: neem beslissingen op een zo laag mogelijk niveau; concentreer niet te veel macht in Europese instellingen; vertrouw slechts díe taken aan de Europese Unie toe die zij doeltreffender kan uitvoeren dan elke lidstaat apart.