[2002]
De hoeveelheid gas die per tijdseenheid ten hoogste door een aansluiting of gasmeter kan stromen (artikel 1, onderdeel j, Richtlijnen Gastransport 2002).
De indicatieve tarieven van de regionale gastransportbedrijven met betrekking tot de gegarandeerde transportdienst zijn opgebouwd uit een transportonafhankelijk deel en een transportafhankelijk deel. Het transportonafhankelijke deel van het transporttarief wordt per aansluiting uitgedrukt in een bedrag per jaar en kan worden bepaald op basis van geïnstalleerde capaciteit. Het transportafhankelijke deel van het transporttarief wordt bepaald op basis van:
a). gecontracteerde transportcapaciteit, uitgedrukt in kubieke meters per uur; en/of
b). een combinatie van getransporteerd gasvolume (uitgedrukt in kubieke meters). en geïnstalleerde capaciteit (uitgedrukt in kubieke meters per uur). (artikel 13 Richtlijnen Gastransport 2002).
Bij geïnstalleerde capaciteit kan gedacht worden aan een indeling op basis van geplaatste meters. De bestaande indeling per G-meter klassen kan hierbij worden gehanteerd (kantpunt 161 Toelichting Richtlijnen Gastransport 2002).
Zie ook: aansluiting, D: gecontracteerde transportcapaciteit, D: gegarandeerde transportdienst.
[2003]
[In de Richtlijnen Gastransport 2003 komt de term ‘geïnstalleerde capaciteit’ niet meer voor.]
