[2002]
De vennootschappen die houder zijn van de bij koninklijk besluit van 1 mei 1969, nr.14 (Stcrt. 1969, nr. 94). verleende concessie of hun rechtsopvolgers, thans British Petroleum Nederland Energie BV , Veba Oil Nederland BV en Dyas BV (artikel 1, onderdeel b, Richtlijnen Gasopslag 2002).
De hierboven genoemde bedrijven zijn de huidige concessiehouders van de opslaginstallatie te Alkmaar (kantpunt 25 Toelichting Richtlijnen Gasopslag 2002). Voor wat betreft gasopslag worden de Bergen concessiehouders geacht een economische machtspositie te hebben (artikel 18, tweede lid, Gaswet).
Zie ook: economische machtspositie.
[2003]
De vennootschappen die houder zijn van de bij koninklijk besluit van 1 mei 1969, nr.14 (Stcrt. 1969, nr. 94). verleende concessie of hun rechtsopvolgers, thans BP Nederland Energie BV, Petro-Canada Netherlands BV and Dyas BV (artikel 1, eerste lid, onderdeel b, Richtlijnen Gasopslag 2003).
De hierboven genoemde bedrijven zijn de huidige concessiehouders van de opslaginstallatie te Alkmaar (volgt ook uit artikel 7, eerste lid, Richtlijnen Gasopslag 2003). Bovendien is rekening gehouden met eventuele rechtsopvolgers (kantpunt 31 Toelichting Richtlijnen Gasopslag 2003). Voor wat betreft gasopslag worden de Bergen concessiehouders geacht een economische machtspositie te hebben (artikel 18, tweede lid, Gaswet).
Zie ook: economische machtspositie.