van ’t Fransche couche-toi = slaap, leg je neer, stil! (tegen honden gezegd); vandaar: zich koest houden. Ook koets (bed; bijv. naar de koets! en huwelijkskoets) is van ’t zelfde woord couche (stam van coucher — liggen) gevormd en bet. oorsp. een rustbank.
Koets (rijtuig) is oorspr. een Hongaarsche tweewielige reiswagen, zooals die in Kocsi (aan de Raab) gemaakt werden.