Gepubliceerd op 18-08-2020

Klerk

betekenis & definitie

is oorspr. geestelijke, thans schrijver, daar vroeger de geestelijken de eenige „schrijvers” (beoefenaars der schrijfkunst) waren; de naam is in ’t Lat. clericus = tot den clerus behoorende, en clerus is de verzamelnaam voor de geestelijkheid, ontleend aan ’t Grieksche kleros = erfdeel (des Heeren). De stam van Levi — één van Jakobs 12 zonen — kreeg bij de verovering en verdeeling van Kanaan geen gebied: de stamgenooten, „Levieten,” zouden priesters zijn. „Daarom zal hij — de stam Levi — geen erfdeel hebben in het midden zijner broederen: de Heere is zijn erfdeel.” (Deut. 18:2.)

< >