Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Vŏlūto

betekenis & definitie

1. eig., wentelen, rollen, winden, draaien, rondwentelen, -draaien, se in pulvere, Plin., dum aper se volutat, zich in het slijk wentelt, Phaedr., en zonder se, b.v. volutans genibus, zich aan iemds voeten werpend, Verg.; mediaal volutari, zich wentelen, toto corpore, Suet., in levi glacie, telkens uitglijden, Liv., fluxā habenā glans in iactu volutatur, rolt heen en weer, Liv., volutari ad pedes, te voet vallen, Cornif. rhet.; in obscene zin, volutari cum sororibus, Cic., cum serpente, Iust.

2. overdr., volutari, zich rondwentelen, d. i. zich ophouden enz., in omni genere flagitiorum, Cic. | in ’t bijz., (rollend) verbreiden, geven, vocem per atria, Verg., vocem volutant litora, geven een echo, Verg., flumina volutant murmura, murmelen, Verg.; (bij zichzelf) overleggen, -denken, -wegen, alqd animo, Cic., alqd in animo, Liv., multa secum animo, Liv., alqd intra animum, Tac., condiciones cum amicis, Liv.; bezighouden, animum saepe iis cogitationibus, Liv., in veteribus scriptis studiose et multum volutari, zich bezighouden met, Cic.

< >