Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Vīvārĭum

betekenis & definitie

ĭi, n. bewaarplaats voor levende dieren (als wild, vissen enz.), kooi, diergaarde, menagerie, visvijver, -kaar; fig., excipiant senes, quos in vivaria mittant, aan het lijntje houden, lokken (door geschenken), nl. met het oog op de erfenis, Hor.

< >