ōrum, m. oude stad in Etrurië.
Daarv. Vēiens, entis, abl. ente en enti, Vejentisch; subst., een Vejent, plur., Vēientes, um, m. de Vejenten. | Vēientānus, Vejentaans; subst., Vēientāni, ōrum, m. de bewoners van het Vejentaanse gebied, de Vejentanen, Vēientānum, i, n. een slecht soort wijn. | Vēĭus (drielettergrepig), Vejisch, dux, Tolumnius, Prop.