1. ae, f. het op ’t blote lijf gedragen gewaad der Romeinse vrouwen en mannen (meestal met korte mouwen), waarover de mannen bij het uitgaan nog de toga, de vrouwen de stola of palla droegen, de tunica, manicae (lange mouwen) tunicae, Verg., manicata tunica, Suet., talaris t., tot op de enkels reikende, Cic.; spreekw., tunica proprior pallio, het hemd is nader dan de rok, Pl.
2. ae, f. overdr., huid, omhulsel, bast, cicadae, Lucr., frumenti, Plin.