Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Trītōn

betekenis & definitie

1. ōnis, m. Triton, zoon van Neptunus en de nimf Salacia, een godheid der Middell.

Zee; scherts, overdr., van liefhebbers van visvijvers, isti piscinarum Tritones, als ’t ware visvijversgoden, Cic.2. ōnis, m. meer en rivier bij de kleine Syrte in Afrika, volgens de sage geboorteplaats van verschillende goden, inz. van Pallas (Minerva).

Daarv. Trītōnĭăcus, Tritoniacisch, poët. = Pallanteïsch. | Trītōnis, nĭdis en nĭdos, acc. nĭda, f. Tritonisch, Pallas Tr., Lucr., ook alleen Tritonis, Verg., Ov.; vand. tot Pallas behorende, Pallanteïsch. | Trītōnĭus, Tritonisch, Pallas, Verg., en zo virgo Tr., of alleen Tritonia, Verg.

3. ōnis, m. meer in Thracië, ook Trītōnĭăca pălus genaamd.

< >