Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Trāiectĭo

betekenis & definitie

ōnis, f.

1. eig., het oversteken, overtocht, overvaart (van een persoon); stellae, vallende ster, Cic.
2. overdr., tr. in alium, het schuiven op een ander, Cic. | in ’t bijz., verplaatsing, verborum, Cic.; overdrijving, hyperbole, veritatis superlatio atque traiectio, Cic.

< >